De beroepen waren aangespannen door mobiele netwerkoperators (VodafoneZiggo, Odido en KPN) en lokale gebruikers (Schiphol, Havenbedrijf Rotterdam, ECT, Greenet en Venus&Mercury) tegen de wijzigingen in het Nationaal Frequentieplan (NFP) door de minister. Het NFP wijzigt de bestemming van de 3,5 GHz-band voor mobiele communicatie in het kader van de uitrol van 5G-netwerken.
Na een complexe voorgeschiedenis, vertraagd door eerdere rechterlijke uitspraken en een regiezitting in mei 2023, concludeerde de rechtbank dat de minister correct heeft gehandeld. Het geschil draaide voornamelijk om het reserveren van frequentieruimte voor landelijke en lokale mobiele communicatie, waarbij de rechtbank de ruime beoordelingsruimte van de minister erkent. Het oordeel benadrukt dat de minister zorgvuldig heeft gehandeld, met begrijpelijke keuzes en voldoende gemotiveerde afwegingen, binnen de beleidsruimte die zij bezit.